Hartelijk maandag!
De verkiezing voor beste leerbedrijf en praktijkopleider 2025 is begonnen! Bedrijven als Lidl laten diploma’s steeds vaker links liggen en focussen op motivatie en 'on the job'-opleidingen. Humor helpt op de werkvloer, maar pas op met slechte grapjes. Ondertussen lanceert Nutzy dé job community voor Gen Z, waar vacatures lekker snackable voorbij swipen. Stagiairs? Die willen vooral persoonlijk contact en feedback die snel, specifiek en nuttig is. Want laten we eerlijk zijn, een grapje kan helpen, maar aan goede begeleiding heb je pas écht iets. Geen nieuwe tools of loze beloftes, maar gewoon duidelijke communicatie en een beetje menselijk contact; daar draait het om.
Veel stagiairs gewenst!
Maarten
Ps: Deel deze nieuwsbrief in jouw netwerk! Hoe meer lezers hoe meer de waarde van stages gezien wordt.
Gewoon via de gele knop:
Stichting ELBHO
Heb je ooit van de Stichting Erkend Leerbedrijf Hoger Onderwijs (ELBHO) gehoord? Nee? Niet zo gek, maar dat gaat je straks pijn doen als je het laat liggen. Want als je in deze arbeidsmarkt nog een beetje wil opvallen, moet je meer doen dan een fruitmand op kantoor zetten. En ja, ik weet dat je nu bijna wilt afhaken, maar wacht even. Denk eens aan een audit om erkend leerbedrijf te worden.
Een externe professional die langskomt en zegt: “Jullie stages? Spot on!” Hoe lekker is dat? Je laat zien dat je echt investeert in jong talent, terwijl die andere bedrijven nog steeds achteroverleunen alsof er vanzelf een tsunami van kandidaten komt. Spoiler: die komt niet.
Voor je het weet, staan die jonge talenten in de rij voor jouw deur, terwijl de concurrentie zich afvraagt waar ze de boot hebben gemist. ⛴️
DEZE WEEK
Verkiezing beste leerbedrijf en praktijkopleider 2025 begonnen
De verkiezing voor beste leerbedrijf en praktijkopleider 2025 is weer begonnen! Welke bedrijven hebben het zo goed voor elkaar dat ze de felbegeerde titel verdienen? En welke praktijkopleider gaat door het vuur voor mbo-studenten? Bedrijven kunnen zich tot 15 november 2024 laten nomineren.
Er zijn zo’n 250.000 erkende leerbedrijven die mbo-studenten, om- en bijscholers, en leerlingen uit het vmbo begeleiden. Praktijkopleiders leren hun stagiairs de kneepjes van het vak en helpen hen zich zowel professioneel als persoonlijk te ontwikkelen. Reden genoeg om deze inzet te waarderen.
De winnaars worden gekozen door een deskundige jury en mogen een jaar lang pronken met hun titel. Dus: ken je een leerbedrijf of praktijkopleider die deze titel verdient? Nomineer ze nu en zet ze in de schijnwerpers!
Humor op de werkvloer, serieuze studie.
Humor op de werkvloer, heerlijk toch? Maar wat doet het eigenlijk met ons werk? Dit onderzoek (alweer paar jaar oud, maar humor is tijdloos niewaar) laat zien dat een grapje hier en daar zorgt voor betere prestaties, meer tevredenheid en gezondere werknemers. Ook leidinggevenden en begeleiders die humor inzetten, worden beter gewaardeerd, en hun teams werken fijner samen. Ik vat dit richting begeleiders die een waardevolle stage-ervaring willen bouwen samen als: In een prettige sfeer leer je meer.
Toch is het niet zonder risico. Een verkeerde grap kan juridisch gedoe opleveren, vooral als het gaat om seksistische of denigrerende humor. De sleutel? Gebruik humor slim, vooral via grapjes om jezelf en om de stress te verlichten. Zo haal je het beste uit humor zonder in de problemen te komen.
Steeds meer bedrijven werven zonder diploma
Steeds meer vacatures vragen geen diploma of werkervaring meer, blijkt ook uit dit artikel van onze Belgische vrienden van De Tijd. Bedrijven zoals Lidl en de bouwsector focussen op motivatie en bieden 'on the job'-opleidingen aan. Dit bewijst hoe waardevol leren op de werkvloer is en dat het aan belang wint. Investeer dus in stages: praktijkervaring is het nieuwe goud.
570 experts over de toekomt. Spoiler: Ze zijn het niet eens.
Dit artikel schetst drie soorten toekomstvoorspellers: tech-optimisten die denken dat AI ons in een soort utopie zal storten, sceptische economen die robots zien als extra productiviteitsoppepper, en pessimisten – vaak schrijvers – die vrezen dat we allemaal werkloos worden door automatisering. Uiteraard is elke groep ervan overtuigd dat zij de enigen zijn die het snappen en de rest niet.
De conclusie? Niemand weet het echt, maar wie het hardst roept, bepaalt waarschijnlijk hoe het gaat lopen. Ons echte werk? Laten we stagiairs vooral leren hoe ze zelf hun weg kunnen vinden in deze chaotische toekomst. Want als er iets zeker is, is het dat ze niet kunnen wachten op de zoveelste expert met weer een nieuwe voorspelling.
Z sociale media: Z van Zielig of van zelfredzaam?
Een drie-eenheid: Drie artikelen over Gen z en de invloed van sociale media, of juist de nuance van het idee dat sociale media verantwoordelijk is voor een soort massamoord op tere kinderzieltjes. Heb m even uitgewerkt hoor, liep beetje uit de hand 🤪
Het gaat om een artikel van Jean Twenge, generatiegoeroe (en wiens naam continue door de autocorrect tot Jeanne Twente wordt gemaakt.)
En het gaat om een groot artikel van Eveline Crone in de Volkskrant deze week.
Jean Twenge en Eveline Crone hebben allebei wel wat te zeggen over jongeren, sociale media, en de mentale gezondheidscrisis, maar hun perspectieven verschillen flink. Crone bekijkt het optimistisch: jongeren hebben een uitstekende *bullshitdetector*, zegt ze. Ze weten heel goed dat wat ze online zien vaak nep is, en ze laten zich daar niet zomaar door beïnvloeden. Sociale media zouden dus niet per se het kwaad zelve zijn, hoewel ze wel erkennen dat het invloed heeft op zaken zoals zelfbeeld, vooral bij meisjes.
Twenge daarentegen, heeft geen tijd voor die nuance. Ze is kritisch op iedereen die, zoals Andrew Solomon in The New Yorker, probeert de "andere kant" te belichten door te zeggen dat er geen direct bewijs is voor een verband tussen sociale media en stijgende tienerdepressie en zelfmoordcijfers. Twenge schiet dat idee resoluut af. Ze wijst op onderzoeken die duidelijk een verband laten zien tussen sociale media en de afname van het welzijn van jongeren, en vindt het ronduit gevaarlijk om te doen alsof er nog ruimte is voor twijfel. “Als sociale media niet de schuldige zijn, wat dan wel?” vraagt ze zich af. Voor haar is het overduidelijk: de algoritmes van platforms zijn erop gericht jongeren verslaafd te maken, met alle mentale problemen van dien.
Crone wil ondertussen ouders aanraden om hun kinderen vooral niet expliciet over porno aan te spreken. Dat schiet alleen maar in het verkeerde keelgat bij jongeren. Liever wil ze dat ouders praten over wat liefde en grenzen betekenen. Twenge, daarentegen, haalt de cijfers erbij: uren scrollen op TikTok of Instagram is net zo schadelijk voor het brein van tieners als een gokverslaving. Dat Solomon nog met het idee komt dat we er misschien naast zitten, vindt Twenge een gemiste kans. Ze wil dat we eindelijk de verantwoordelijkheid bij de techreuzen neerleggen, en dat er wetgeving komt die jongeren beschermt.
Waar Crone de jongeren wat meer krediet geeft voor hun vermogen om de online wereld te doorzien, ziet Twenge vooral een generatie die verstrikt is geraakt in algoritmes die hun zelfbeeld en geestelijke gezondheid ondermijnen. Ze stellen allebei belangrijke vragen, maar waar Crone kiest voor nuance en hoop, hamert Twenge erop dat we actie moeten ondernemen voordat het te laat is. Want één ding is zeker: als sociale media geen schuld heeft, wie dan wel?
Mijn eigen conclusie? Ja, sociale media hebben een sterke invloed op het mentale welzijn van jongeren, maar ze zijn niet het enige probleem. De kern van het probleem zit dieper: in hoe we als samenleving omgaan met prestatiedruk, onrealistische schoonheidsidealen, en de constante vergelijking met anderen. Sociale media vormen een versterkende factor, geen oorzaak op zich. Wat we nodig hebben, is niet alleen een technische oplossing in de vorm van wetgeving, maar ook een maatschappelijke shift waarbij we jongeren leren om weerbaarder te zijn en een gezondere relatie met technologie te ontwikkelen.
Een community bouwen is niet makkelijk maar wel simpel.
Een community bouwen; zo’n club mensen die graag bij jouw team willen horen of geassocieerd worden. Is niet zo simpel; je kunt niet op een knop drukken waar ‘community’ op staat en dan is het geregeld. Toch zijn het juist simpele, bijna saaie dingen – zoals samen lunchen – die het verschil maken. Het is dus simpel, maar niet zo makkelijk.
Kijk maar naar brandweermannen: hoe vaker ze samen aten, hoe beter hun team werkte onder stress. Maar tegenwoordig eten steeds minder brandweerlieden samen en zie je de samenhang verdwijnen. Op kantoren geldt hetzelfde: grotere tafels zorgen voor meer spontane gesprekken en sterkere banden. Lekker makkelijk toch?
Wil je dat gevoel ook bij stagiairs terugbrengen? Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Geef ze het gevoel dat ze erbij horen en dat ze nuttig werk doen. Dan ben je al halverwege. Hoe je dat precies doet? Tja, dat is weer een volgende vraag, maar begin gewoon eens daar. Misschien kun je afspreken wekelijks samen te lunchen, Een community kun je niet mailen. Het is iets dat je opbouwt, één gezamenlijke maaltijd tegelijk. Daar schreef ik trouwens deze week ook iets over op mijn geheime laboratorium:
Nee, we hebben geen nieuwe tool nodig voor interne communicatie.
Bedrijven denken vaak dat enterprise social networks zoals Teams of Slack dé oplossing zijn voor betere samenwerking. Maar volgens Simon Terry gaat het mis als je technologie ziet als wondermiddel. Het echte probleem? Slechte uitvoering van de strategie. Bedrijven moeten zich focussen op wat écht werkt: minder verspilling, betere samenwerking en heldere communicatie.
En voor stagiairs geldt hetzelfde. Uit ons *Young Professional Onderzoek 2024* blijkt dat ze vooral persoonlijk contact belangrijk vinden. Tools kunnen helpen, maar uiteindelijk gaat niets boven persoonlijke begeleiding en duidelijke gesprekken. Dus ja, technologie kan ondersteunen, maar het echte werk gebeurt nog altijd tussen mensen. En stagiairs zijn (nieuwsflash) ook mensen. Kom donderdag naar Leiden voor meer inzichten uit ons onderzoek! Er zijn nog een paar kaartjes over.
(stuk is uit 2014, nog steeds superrelevant).
Mediastages op Dutch Media week
Afgelopen maandag en woensdag was het weer tijd voor het jaarlijkse circus: de Talenttrack tijdens Dutch Media Week. Twee dagen vol talks en workshops van mediagrootheden als NOS Stories en Beeld & Geluid. De grote vraag waar ik op aanga: wie kan de harten van al die gretige jonge talenten veroveren? Spoiler: mediaorganisaties als Talpa en Sony Music stonden in de rij om hun visitekaartjes uit te delen. Mediastages is binnen deze heksenketel lekker bezig als dé matchmaker tussen onderwijs en bedrijfsleven. Als iemand talent op de juiste plek krijgt, zijn zij het wel. De banen- en stagemarkt was een succes, want, surprise, talent blijkt toch niet vanzelf aan te waaien. Volgend jaar weer? Ja hoor, want stages blijven een hit als je weet hoe je de kijkcijfers voor jouw vacatures op weet te krikken.
Nutzy: Nieuw platfo… eh community.
Nu we het toch over die tools hebben. Intern heb je dat echt niet nodig. Om te verbinden met Z’ers is het een whole different verhaal. Enter: Nutzy. Op 2 oktober lanceerde Nutzy, een nieuwe job community speciaal ontwikkeld voor Generatie Z. Het platform speelt in op de voorkeuren van Z’ers door vacatures op een visuele, laagdrempelige en snackable manier te presenteren. Via video’s en TikToks kunnen jonge werkzoekenden gemakkelijk door banen swipen en tegelijkertijd sollicitatietips en salarisinformatie verkrijgen.
Nutzy heeft het doel om generatie Z een plek te geven waar ze zich thuis voelen in hun zoektocht naar een eerste of tweede baan. Nutzy is niet zomaar een platform, het is een beweging voor een nieuwe manier van werk vinden, en het begin van iets groots.. Bedrijven als Albert Heijn en FrieslandCampina maken al gebruik van de nieuwe mogelijkheden om talent op een aantrekkelijke manier te bereiken.
Volg de ontwikkelingen via LinkedIn en TikTok. Of kijk deze leuke video die ze van de launch maakten:
Feedback geven. Hoe doe je dat?
Feedback geven aan studenten lijkt misschien simpel, maar de wetenschap erachter is nog best wel complex. Uit onderzoek blijkt dat feedback geven het meest effectief is als het persoonlijk, specifiek en direct is. Dus geen algemene maar niet zo veel zeggende opmerkingen als “Goed gedaan!”. Studenten willen weten wat ze goed doen en waarom. Hoe sneller je feedback geeft, hoe beter. Een paar dagen wachten? Dat is vragen om problemen, want studenten leren het meest wanneer ze direct kunnen bijsturen. Jij wil ook dat je antwoord krijgt als je twee blauwe vinkjes ziet, toch?
Maar let op: feedback werkt niet altijd zoals je denkt. Uit een analyse van 131 studies blijkt dat meer dan een derde van de feedbackinterventies de prestaties van studenten verslechterde(!). Vooral als het gaat om negatieve of vage feedback die weinig houvast biedt. Betrek studenten in het proces, laat ze reflecteren en zelf actiepunten ontdekken.
En, bonustip: Vergelijk studenten vooral niet met elkaar: dat motiveert niet, zeker niet in een gevoelige leeftijd. Focus in plaats daarvan op de taak en hun proces, en help ze stap voor stap vooruitgang boeken. Dus: geef snel, specifiek en taakgericht feedback en betrek ze in hun eigen leerproces. En dat werkt, volgens de cijfers, beter dan alleen maar zeggen: “Je bent een geboren vakvrouw!” Leuk om te horen, je hebt er alleen niets aan.
Boek van de week
De Kracht van een slecht idee, van Rico Bakker.
We doen elke dag dingen die eigenlijk best vreemd zijn. We krijgen salaris voor tijd, niet voor productiviteit. Auto's kunnen keihard rijden, maar dat mag nergens. En een scooter die net iets te hard gaat, is verboden.
En toch vinden we dat normaal. Ons brein houdt van logica en routine. Het brengt ons van A naar B zonder nadenken. Op school leren we 'wat te denken', niet 'hoe te denken'. Maar voor vernieuwing moeten we juist rare vragen stellen en slechte ideeën omarmen. Dat leidt vaak tot de grootste innovaties, zoals Rico Bakker in zijn boek uitlegt.
Vergelijk het eens met een stage. Vaak komen stagiairs binnen en leren ze gewoon hoe het bedrijf werkt, volgen ze de regels en routines. Maar stel dat ze met een frisse blik binnenkomen en juist de vragen stellen die niemand meer durft te stellen? Vereist wel een omgeving die de stagiairs in staat stelt om die slechte ideeën te spuien.
Ik ken Rico nog uit de tijd dat hij iets met onderwijs en bedrijfsleven deed in Grunning. Denk: Oertijd. Deze jongen is als een raket aan het gaan.
Cijfer van de week
69%
Het aantal jongeren met een baan zonder startkwalificatie.
Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt hoe belangrijk het is voor jongeren om een startkwalificatie te behalen. In het tweede kwartaal van 2024 had 20 procent van de jongeren tussen de 15 en 27 jaar zonder onderwijs geen diploma op havo, vwo of mbo niveau 2. Dit aantal is in drie jaar tijd met 50 duizend gestegen.
Jongeren met een startkwalificatie hebben veel betere kansen op de arbeidsmarkt: 90 procent van hen heeft werk, tegenover 69 procent van de jongeren zonder diploma. Ook hebben ze vaker een vast contract, 46 procent tegenover 31 procent.
Deze cijfers benadrukken het belang van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven om schooluitval te voorkomen. Uitval komt vaak door persoonlijke omstandigheden, maar motiverend onderwijs en bedrijven die interessante ervaring bieden, kunnen het verschil maken. Zo kan meer jongeren een stabiele toekomst worden geboden.
DAT WAS M
Deze week weer een mooi programma. Maandag ben ik op ROC Mondriaan, dinsdag en woensdag ben ik bezig met respectievelijk 2 artikelen, een zootje meetings en voorbereiding van donderdag; dan presenteer ik samen met Jos Ahlers en Matthijs Hamster van Careerwise de resultaten van het grote Young Professional Onderzoek 2024 in Scheltema in Leiden.
Laat ik je graag de week in vliegen met een artikel van iemand die ik niet kende, maar zijn bedenksel: De Oculus Rift wel. Gaat over Palmer Luckey, de man die virtual reality cool maakte vanuit een camper met diepvriesburrito’s, en door Zuckerberg de deur werd gewezen na een Trump-meme donatie. Vervolgens begon hij Anduril, een bedrijf dat killer drones en militaire gadgets bouwt. Ondertussen doet hij aan cosplay, slaat de grootste gamecollectie ter wereld op in een raketsilo, en droomt van superreflexen. Een geniale technerd, gewoon gek; grappig of doodeng? Wie zal het zeggen, maar hij zet in ieder geval de toekomst op zijn kop als een soort Elon Musk met koorts en een tree Red Bull op.
Rest mij jou een hele fijn een hele fijne week te wensen.
En veel stagiairs natuurlijk.